Bevallen

Het begint, en dan?

De bevalling kan op verschillende manieren beginnen. Bij sommige mensen breken eerst de vliezen, anderen krijgen weeën. Iedereen ervaart het begin van de bevalling anders. Bij sommige vrouwen rommelt het al enkele dagen of uren in de buik, maar zetten de weeën niet echt door. De bevalling is dan nog niet begonnen. Probeer gewoon de dagelijkse dingen te doen zoals je die altijd doet. Op die manier fixeer je je nog niet te veel op wat er in je lichaam gebeurt en heb je kans dat je lichaam zich beter kan ontspannen. Hoe meer ontspannen je lichaam is, hoe beter de weeën hun werk kunnen doen en hoe beter je kunt bevallen. Bovendien kunnen de weeën in dit stadium nog afzakken.

Als het tijd is om te gaan slapen, ga dan ook gewoon naar bed. Probeer je rust te nemen. Als de bevalling pas de volgende dag begint, zul je blij zijn als je nog een paar uurtjes hebt geslapen. De energie die je van een goede nachtrust krijgt, heb je hard nodig tijdens je bevalling! Als de weeën ’s nachts sterker worden, word je vanzelf wakker.

Probeer ook niet te vroeg te gaan klokken. Het heeft geen zin om de tijd bij te gaan houden als je weeën hebt om de 10 minuten. De bevalling lijkt dan heel lang te duren, terwijl hij dan misschien nog niet eens echt begonnen is! Deze weeen kunnen oefenweeen zijn en weer afzakken. Of echt het begin stadium. Dit noemen we de "latente fase" en deze kan wel 24 uur duren.

Naarmate de weeën sterker en frequenter worden zal het moeilijker worden om afleiding te zoeken. Dan wordt het tijd om de weeën bij te gaan houden. Goede weeën komen elke 4-5 minuten en duren minimaal 1 minuut. Dit zijn de weeën die voor ontsluiting zorgen. Dit noemen we de "actieve fase". Als je deze weeën 1 uur hebt, kun je er van uit gaan dat je bevalling echt begonnen is. Dan moet je ons ook bellen.

We komen dan thuis langs om te bepalen of de bevalling echt begonnen is en hoeveel ontsluiting je hebt. Vaak is dit de beginfase van de ontsluiting.

Wat is ontsluiting eigenlijk?

Voordat je baby geboren kan worden, zal eerst de baarmoedermond helemaal open moeten gaan. De baarmoeder is een spier met aan het uiteinde een opening; de baarmoedermond. Je kunt het vergelijken met een ballon, met aan het uiteinde een knoopje. Je baarmoedermond is in de zwangerschap een stug tuutje, wat eerst week moet worden en daarna moet verkorten. Dit noemen we verstrijken. Vooral bij een eerste kindje is dit veel werk: er zijn best veel weeën nodig om dit voor elkaar te krijgen.

Pas daarna gaat de baarmoedermond open en dat noemen we ontsluiting. Het is normaal als de ontsluiting gemiddeld 1 centimeter per uur vooruit gaat. Als je na een paar uur puffen te horen krijgt dat je 2 centimeter ontsluiting hebt, is dat dus heel goed nieuws. De baarmoedermond is dan al verstreken en bovendien heb je 2 centimeter ontsluiting. Dat lijkt op het eerste gezicht weinig, maar dan is er dus al veel gebeurd!

Bij een tweede of volgend kindje, gaat dat verstrijken en ontsluiten tegelijkertijd, wat veel tijdwinst oplevert. Daarnaast gaat de ontsluiting bij een tweede of volgend kindje vaak sneller.

Hoe gaat het dan verder?

Als we hebben bekeken hoe het met je gaat, gaan we vaak nog even weg. We gaan door met onze andere werkzaamheden of proberen ook nog even te slapen. We spreken met je af wanneer we weer terugkomen. In de laatste fase van de ontsluiting blijven we bij je om de bevalling verder te begeleiden. Bij een thuisbevalling bellen wij de kraamverzorgster die ons assisteert bij de bevalling. Als de weeën echt op gang zijn gekomen, is het belangrijk dat je je zoveel mogelijk blijft ontspannen. Probeer daarom houdingen te zoeken waarin je de weeën goed kunt opvangen, bijvoorbeeld lopend, staand, liggend, hangend op de bank of onder de douche. Een bad kan ook lekker zijn, als je vliezen nog niet gebroken zijn. Zijn ze wel gebroken, vraag dan aan ons of je in bad mag.

We controleren het verloop van de baring door middel van een uitwendig en inwendig onderzoek. Ook controleren we de harttonen van de baby. We steunen en adviseren je tijdens de bevalling. Probeer steeds te laten weten wat je wilt, zodat we je zo goed mogelijk kunnen begeleiden.

Gebroken vliezen, en dan …?

Het kan ook zijn dat je vliezen breken, zonder dat je weeën krijgt. Het vruchtwater kan helder zijn ( wittig/ doorzichtig / rozig met vlokjes) of groen/bruin zijn. Als het groen/ bruin is moet je ons direct bellen: de baby heeft dan in het vruchtwater gepoept en de bevalling moet dan in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog plaatsvinden.

Bij helder vruchtwater moet je ons alleen direct bellen als het hoofdje nog niet is ingedaald. Dit vertellen we je dan ook duidelijk tijdens de controles op het spreekuur. Is het hoofdje wel ingedaald en is het ‘s nachts, dan bel je ons ’s ochtends tussen 08.00 en 09.00 uur om te vertellen dat je vliezen gebroken zijn. Wij komen dan in de loop van de ochtend bij je kijken.

Twijfel je over de kleur van het vruchtwater? Bel ons dan wel meteen, ook al is het ’s nachts. Wij willen zeker weten wat de kleur van het vruchtwater is. Als je twijfelt, komen wij liever zelf even kijken.

Als ’s nachts je vliezen en je hoeft ons niet te bellen, probeer dan nog wat te slapen. Ook in deze situatie geldt dat een goede nachtrust belangrijk is. Je weet dan dat er nog heel wat werk voor de boeg is, dus probeer echt goed uit te rusten. Bij helder vruchtwater zonder weeën wachten we 24 uur af. Als er dan nog (bijna) geen weeën zijn, moet je naar het ziekenhuis. De gynaecoloog gaat dan je bevalling verder begeleiden.